Neerslagoverschot is onbelangrijk bij de kalibratie van een grondwatermodel
- Kees van Immerzeel
- Mar 6, 2018
- 1 min read
Na talloze grondwatermodellen te hebben gekalibreerd op de 'klassieke' wijze was het toch even wennen toen Theo Olsthoorn mij erop wees dat het neerslagoverschot onbelangrijk is bij de kalibratie van een stationair grondwatermodel. Hoe zit dat? De grondwaterstand wordt toch hoger bij een groter neerslagoverschot?
Zeker. Maar door tijdreeksmodellering van de gemeten grondwaterstanden kan op iedere peilbuislokatie een stijghoogte worden berekend bij een willekeurig neerslagoverschot. De onderstaande grafiek illustreert dat.

In de grafiek geven de rode stippen de gemeten stijghoogten weer op de peilbuislokatie MK01. De groene lijn is het door tijdreeksmodellering berekende stijghoogteverloop op basis van de (gemeten) neerslag en verdamping. Voor de tijdreeksmodellering is Menyanthes gebruikt.
Aan de gemeten neerslag en verdampingsreeksen zijn perioden toegevoegd met een constant neerslagoverschot van resp. 1 mm/dag, 1,5 mm/dag, 2,0 mm/dag etc. In de grafiek is af te lezen welke stationaire stijghoogte 'hoort' bij deze neerslagoverschotten.
Als op deze manier op iedere peilbuislokatie het 'gemeten' stijghoogte niveau is komen vast te staan bij, zeg 1,5 mm/dag, dan kan het grondwatermodel worden gekalibreerd met deze niveau's. In het model wordt dan uniform een stationair neerslagoverschot ingebracht van 1,5 mm.
Het voordeel van deze methode is dat één onzekerheid in de modelkalibratie wordt geëlimineerd, namelijk het neerslagoverschot.
Helemaal onbelangrijk is het neerslagoverschot voor de grondwatermodellering daarmee niet geworden. Uiteindelijk wil je toch vaak zien wat bijvoorbeeld het beeld is van de jaargemiddelde grondwaterstand ten opzichte van maaiveld. Dan moet je toch nog (ruimtelijk) het neerslagoverschot in het model brengen.
Comments